vrijdag 31 augustus 2012

Thich Nath Hanh in Den Haag


Afgelopen dinsdag was Thich Nath Hanh in het World Forum Theater. Het is een tijd geleden (zomer 2006 en 2007) dat ik in Plum Village was, de woon-leefgemeenschap in de Dordogne, waar het heerlijk oefenen is in Leven in Aandacht. Bijzonder om Thây en de sangha van monniken en nonnen weer te zien. Ook in een zaal met tweeduizend mensen was de innerlijke rust die ze uitstraalden voelbaar. Omdat vriendin P. me gelukkig al een half uur voor de zaal open ging, meegesleept had om in de rij te gaan staan, hadden we uitmuntende plaatsen: op de eerste rij, nog geen drie meter van het podium af. Het was alsof we persoonlijk door Thây werden toegesproken. 




Voorafgaand aan zijn inspirerende dharma-talk over “Mindfulness of suffering”, zongen de monniken en nonnen de naam van Avalokitesvara, de boddhisatva van mededogen. Zoals Thây uitlegde, zingen ze dit om het lijden in zichzelf en in de mensen om hen heen aan te raken. In ons allemaal is lijden, en dit lijden weerspiegelt ook het lijden in de wereld. Maar we hebben de neiging om van ons lijden weg te rennen, omdat we bang zijn overweldigd te worden door pijn, verdriet en angst. We consumeren (televisie, tijdschriften en boeken, muziek, voedsel) om het lijden te bedekken of te ontlopen. Dat helpt niet veel, want op onverwachte momenten, vooral ’s nachts, komt het toch naar boven. De beoefening die de Boeddha volgens Thây voorstelde was : niet weg te rennen van ons lijden maar terug te keren naar onszelf en er contact mee te maken, het innig te omarmen en er goed naar te luisteren, zodat we het kunnen begrijpen.

Een heldere boodschap, maar desondanks kwam ik er pijnlijk achter dat ik het lijden in mij vaak niet onder ogen wil zien of durf te zien. Het zingen van de naam van Avalokitesvara raakte me zeer diep. Op een gegeven moment stroomden de tranen me over de wangen, wat ik toch ook wel een beetje gênant vond, zo op de eerste rij in het volle licht van de toneellampen. Dat was het enige moment dat ik liever ergens ver achteraan had gezeten.

Thây heeft deze dharma-talk eerder gegeven, onder andere in juli in Plum Village. Die kun je hier onder zien. Op 23.30 min. beginnen de monniken en nonnen de naam van Avalokitesvara te zingen.






vrijdag 24 augustus 2012

Op de fiets


De laatste tijd fiets ik weer wat meer. Heerlijk, om weer meer te bewegen... Voeten op de pedalen, achterwerk op het zadel en mijn handen aan het stuur, wind in mijn haren. Maar waar zit mijn mind? Juist... niet op de fiets, maar al enkele honderden meters voor me uit, soms zelfs al op de plaats van bestemming. En mijn benen er maar achteraan trappen. Pfff, daar word je moe van.

Als ik het bemerk, let ik op mijn (intussen hijgende) ademhaling, en probeer ik mijn lichaam beter te voelen. Als ook mijn mind zich weer ergens op de fiets bevindt, fiets ik in een rustiger tempo verder. Maar o, wat is dat toch moeilijk... want voor ik het weet, fietst er iemand voor me die ik per se wil inhalen (waarom eigenlijk?) of zweeft mijn mind al weer meters voor me uit.

Het hete weer van vorige week was daarom een goede oefening. Als mijn mind namelijk al op de plaats van bestemming was, zei mijn lichaam: “Ja, dág, kom maar weer deze kant op, want sneller gaat echt niet”. Dus peddelde ik in een aangenaam tempo voort. Nu maar hopen dat het ook lukt nu de temperatuur weer wat gedaald is.

zondag 12 augustus 2012

Wat is geluk?

Van een vriendin kreeg ik de anekdote die ik vermeldde in mijn blog over intenties, maar die ik me niet helemaal goed kon herinneren.

Het verhaal gaat over de betrekkelijkheid en de veranderlijkheid van de dingen, en het nemen van de dingen zoals ze zijn.

Er was eens een arme oude man wiens enige bezit een schitterende schimmel was. Al jarenlang hadden de mensen uit zijn dorp hem gezegd het paard te verkopen omdat het veel geld zou opbrengen, en hij verder geen cent had. Maar steevast was zijn antwoord: "Het paard is een deel van mijn familie, en familie verkoop je niet".

Op een nacht verdween het paard uit zijn stal, en de mensen zeiden: "Zie je nou wel, ouwe, dan had je maar niet zo dom moeten zijn en het beest moeten verkopen. Nu heb je helemaal niks meer. Een groter ongeluk had je niet kunnen overkomen." Maar de oude man zei: "Wie weet of het een geluk is of een ongeluk. Het enige dat ik weet is dat het paard weg is. Maar of het een ongeluk is? Wie kan er verder zien dan zijn neus lang is?"

Een paar weken later kwam het paard op een nacht met twaalf andere, wilde paarden terug naar de stal. Blijkbaar was het losgebroken om zijn soortgenoten te zoeken, en had het uiteindelijk de weg naar zijn baas teruggevonden. De mensen uit het dorp zeiden: "Ouwe, je had volkomen gelijk. Het was helemaal geen ongeluk, maar juist een geluk dat het beest er vandoor ging, want nu ben je een rijk man." Maar de oude man antwoordde: "Wie weet of het een geluk of een ongeluk is. Het enige wat ik weet, is dat het dier met twaalf andere paarden is teruggekomen. Maar of dat een geluk of een ongeluk is..."

In de weken die daarop volgden, probeerde de zoon van de oude man de wilde paarden te temmen, waarbij hij van een woeste hengst viel. Beide benen werden verbrijzeld. De mensen in het dorp zeiden: "Nou ouwe, zo'n geluk was het inderdaad niet dat je paard met die andere is teruggekomen. Je had helemaal gelijk, want nu is je zoon invalide, en een groter ongeluk kon je haast niet overkomen." De oude man verzuchtte: "Wanneer houden jullie nou eindelijk eens op met te doen alsof je vandaag weet hoe het morgen zal zijn? Het enige dat ik weet, is dat mijn vandaag een ongeluk is overkomen. Meer weet ik niet."

Een paar maanden later brak er oorlog uit in het land. Alle gezonde jonge mannen van het dorp moesten het leger in en werden naar het front gestuurd. Geen een keerde levend terug. En tja, wat zeiden de mensen in het dorp als ze de oude man tegenkwamen....

Een mooi staaltje van gelijkmoedigheid van die oude man.

dinsdag 7 augustus 2012

Concentratie


Eigenaardig is het toch dat ik tijdens het mediteren geregeld zo’n moeite heb geconcentreerd te blijven, terwijl ik daar als ik computerspelletjes speel, of in een spannend boek verdiep ben,  helemaal geen problemen mee heb. Uren gaan er voorbij waarin ik zowel mezelf als het besef van tijd geheel verlies.

Joseph Goldstein beschrijft dit verschijnsel in zijn boek “Vipassna”, in een hoofdstuk dat zeer toepasselijk Nintendo Dharma heet. Volgens hem spelen bij de diverse activiteiten die we ondernemen verschillende mentale factoren een rol. Bij het spelen van computerspelletjes zijn, als we willen winnen of onszelf willen verbeteren, de mentale factoren onderscheidingsvermogen en concentratie erg belangrijk, en dan met name een soort eenpuntige concentratie. Onderscheidingsvermogen houdt in dat we verschijnselen herkennen door bepaalde kenmerken ervan te isoleren en er een benaming aan te geven.
Bij mediteren komt daar volgens Goldstein nog een mentale factor bij, namelijk opmerkzaamheid, ook wel aandacht of mindfulness genoemd. En misschien raak ik daar ergens in de knoop, want tot nu toe lijken in mijn ervaring concentratie en opmerkzaamheid elkaar uit te sluiten. Voor mij heeft eenpuntige concentratie een zeer gerichte focus, waarbij je al het andere volledig uitsluit, en heeft mindfulness of aandachtsmeditatie meer te maken met het geheel openstellen van je gewaarzijn voor alles wat er in en om je heen gebeurt.

Een mooie illustratie van dit verschil in concentratievermogen zag ik van de week in de London Late Night, de talkshow van Mart Smeets, in het vraaggesprek dat hij had met Olympische sporters Elisabeth Willeboordse en Robin Haasse.
Judoka Elisabeth Willeboordse stapte na een van haar partijen van de mat, met een gefocuste, nietsziende blik. Ze had niet door dat haar tegenstandster nog zeker een half uur op de mat nodig had om van haar ijzeren wurggreep bij te komen. Zoals ze zelf zei, had ze zich volledig van haar omgeving afgesloten, en was al weer bezig met haar volgende partij.
Bij tennisser Robin Haasse bleek het anders te werken.  “Als ik echt erg goed geconcentreerd ben, als ik ontzettend goed sta te spelen, dan heb ik alles door. Dan hoor ik zelfs de punten op de andere baan. Alle zintuigen staan open.” Wauw! In the flow zitten, noemen ze dat ook wel eens. Zou dit alleen met opmerkzaamheid te maken hebben, of komen hier dan toch eenpuntige concentratie en opmerkzaamheid samen?

In de uitzending van hetzelfde programma de avond daarop lieten ze een mooi fragment van overconcentratie zien. In de handbalwedstrijd Noorwegen tegen Korea moest de Noorse keepster een vrij worp stoppen. Op het beslissende moment was ze zo geconcentreerd dat ze... náást het doel bleek te staan. Gelukkig was de scheidsrechter zo opmerkzaam om de keepster erop te attenderen dat ze toch beter ín het doel kon gaan staan.

Mocht iemand me ooit náást mijn kussentje aantreffen tijdens het mediteren, laat me gewoon maar lekker zitten. Dan ben ik eenpuntige concentratie aan het beoefenen in plaats van aandachtsmeditatie.

zaterdag 28 juli 2012

Mediterende katten


Afgelopen maandag kwam ons studiegroepje van de Unity in Duality-opleiding bij mij thuis bij elkaar. Nu hebben mijn katten het over het algemeen niet zo op bezoek, en naarmate de eerste deelnemers binnenkwamen, vluchtten ze dan ook inderdaad de tuin in.
  
Grappig was dat toen we de avond startte met een meditatie, we na verloop van tijd “trippel, trippel, trippel” hoorden. En ja, hoor, nu er een meditatieve rust in de kamer hing, kwamen de katten nieuwsgierig een kijkje nemen, daarbij uitgebreid allerlei voeten en tassen besnuffelend. En toen ze uitgesnuffeld waren, gingen ze -  weliswaar een eindje verderop, in de gang - er op hun gemakje bij liggen.
                                            



Ik merk dat mijn katten die meditatieve rust heerlijk vinden. Een enkele keer laat ik de deur van mijn slaapkamer open als ik voor mijn altaartje ga mediteren. De katten komen dan vrijwel altijd aan weerszijden van mij op een stukje van de deken liggen. En ’s avonds voor het slapen gaan, haal ik ze op de overloop nog even aan. Als ik vervolgens gewoon op de grond ga zitten, is aanhalen niet eens meer nodig. Ze vleien zich tevreden neer, en zo zitten we heerlijk met ons drieën in elkaars kalme energie. Een goede graadmeter hoe het gesteld is met mijn eigen innerlijke rust.


vrijdag 27 juli 2012

Intenties 2


Van Elly kreeg ik een mooie reactie op mijn blog over intenties. Omdat internet (of Blogger) een beetje op hol sloeg, lukte het niet om via de “opmerkingen” op elkaar te reageren. Daarom onze uitwisseling via deze weg.

E: Vuurdoop ;-) Maar wat zijn dan kwalijke middelen Olga? Als zelfs de Boeddha in een vorig leven een moord beging om anderen "te redden"? Intenties (motivatie?) is denk ik iets anders dan middelen toch? Moeilijk hoor. Ik heb niet direct een klinkklaar antwoord. Ik vind het wel een heel mooi stuk hoor en een prachtig blog.

O: De vuurdoop :-) Je hebt gelijk; ik introduceer intenties, middelen en doel, en vervolgens maak ik verderop geen onderscheid meer tussen middelen en intenties. Mooi voorbeeld: van de boeddha die iemand doodt om verder leed te voorkomen. Ik vind dit echter ook altijd een moeilijk dilemma; want weten we met onze beperkte capaciteiten of er dan ook daadwerkelijk erger leed wordt voorkomen? En weten we wel of het middel niet erger is dan het doel? Daarom denk ik zelf dat, om aan de safe side te blijven, het middel ook integer zou moeten zijn. Pas las ik de autobiografie van Gandhi, An autobiography. My experiments with Truth (erg inspirerend overigens). Hij stelde, als ik het goed weergeef tenminste,

E: het lijkt me wel dat je dat deed.

O: dat kwalijke middelen misschien een goed resultaat kunnen hebben, maar dat zal dan tijdelijk zijn, terwijl handelingen of middelen vanuit een integer perspectief, gebaseerd op Waarheid, blijvend zullen zijn.

E:  Ja, maar zoals je al schreef wat is dan Waarheid?

O: Voor hem was Waarheid gelijk aan God of het Goddelijke maar hij gebruikte de term Waarheid omdat niet iedereen op zoek is naar God of het Goddelijke (bv. atheïsten) maar niemand zou bezwaar kunnen hebben om op zoek te gaan naar de Waarheid.

E: Toch zijn er maar weinigen die dat doen.

O: Maar hoe weet je nu wat Waarheid is? Volgens hem: wanneer iemand oprecht en diep in zichzelf kijkt, weet diegene wat Waarheid is (goed of slecht).

E: Dat lijkt me wel waar, onze verduisteringen zorgen ervoor dat we een vertekend beeld daarvan hebben. We kunnen overtuigd zijn van het goede, maar….

O: Maar misschien is dat wel wat in deze moderne tijd van hectiek en haast en snel,snel, snel ontbreekt: enige zelfreflectie.

E: Precies.

O: Overigens: als student geschiedenis heb ik in de eerste maanden van mijn propedeusejaar
er al ingestampt gekregen dat DE waarheid niet bestaat: iedereen heeft zijn eigen waarheid, d.w.z. zijn eigen kant van de zaak.

E: Dat is precies waar ons ego steeds een rol speelt.

O:  Maar misschien is er een onderscheid te maken tussen waarheid met een kleine en grote letter, waarheid als eigenbelang, en Waarheid als universele waarheid (of zoals Gandhi het stelt: het goddelijke)

E: Yes!

O: Maar wat blijft het ingewikkeld :-)

E: Komen we dus uit bij onze onwetendheid. Daarom is een Boeddha willen worden belangrijk.
Uiteindelijk denk ik dat het belangrijk is verantwoordelijkheid te dragen voor je handelen, wat je ook doet en gelukkig kunnen we iedere keer weer zuiveren en opnieuw beginnen zonder de verantwoordelijkheid van het gedane af te schuiven.


donderdag 19 juli 2012

Intenties




Met een goede vriend van mij was ik een tijdje terug een avondlang aan het bomen over doelen, middelen en intenties. Diep vanbinnen een echte Machiavelli vindt hij dat het doel de middelen heiligt, en als je door niet zo zuivere acties een goed doel kon bereiken, was dat zeker geoorloofd. Zo kan hij ook bewondering opbrengen voor bepaalde politici vanwege hun geniale manier politiek bedrijven, al kunnen de acties die hieruit kunnen voortvloeien zeer verwerpelijk. Ik, daarentegen, vind dat geen enkel doel kwalijke middelen heiligt, maar waarom... dat kon ik die avond niet echt beargumenteren. Het was meer een innerlijke stem, dan een beredeneerd betoog.
Met een voorbeeld echter kon ik toch iets overbrengen van wat ik bedoelde: een hond die een ongeluk heeft gehad of zeer ziek is uit zijn lijden verlossen door hem, met alle liefde en mededogen die in je zijn, te doden, of de hond doden uit woede of wreedheid. Voor mij is het een wezenlijk verschil, ook al is het resultaat (de dood van de hond) hetzelfde.
Binnen het boeddhisme dat ik bestudeer en beoefen, wordt intentie gezien als een drijvende kracht die doorwerkt in al onze gedachten, woorden en handelingen: de intentie om jezelf en anderen geen schade te berokkenen. Maar kunnen we, met onze huidige beperkte capaciteiten, wel echt overzien of we met ons denken, spreken en handelen geen schade berokkenen, laat staan iets goeds doen? Ook al streven we een bepaald doel na, we weten eigenlijk nooit van tevoren of wat we doen ook daadwerkelijk het beoogde resultaat oplevert.  De wet van karma (karma betekent: actie of handelen, dus de wet van oorzaak en gevolg) is zeer gecompliceerd: alles hangt met alles samen, niets bestaat op zichzelf, een oorzaak kan vele gevolgen hebben, en een gevolg vele oorzaken. Ons handelen is daarin maar een minieme schakel, en het kan tot vreugde leiden te bedenken dat als alles met alles samenhangt je invloed van belang is, maar ook tot verlamming bij het besef dat je handelen maar een minieme schakel is in alle werkingen van gebeurtenissen en processen. Ik herinner me een mooie anekdote die Alfred Woll, die een aantal malen bij Tibetaans Boeddhistisch centrum Jewel Heart mooie meditatieretraites begeleidde, ons in dit verband tijdens een van die retraites vertelde. Hoewel ik die anekdote niet precies kan navertellen, weet ik nog wel dat ze een enorme indruk op me maakte.
                Een boer in een klein dorpje was afhankelijk van zijn enige zoon om de oogst binnen te halen. Die zoon kreeg echter een ongeluk en moest een been missen, zodat hij niet langer mee kon helpen op het land, en de oogst onvoldoende was om er het jaar mee rond te komen. De dorpsbewoners beklaagden de boer, ach arme, wat een pech, wat een rampspoed, maar de boer haalde slechts zijn schouders op: het is niet goed, noch slecht, het is zoals het is. Niet veel later brak er oorlog uit, en alle zonen van het dorp werden naar het front gestuurd, behalve... de boerenzoon die zijn been miste. Geen enkele jongen kwam terug, en de dorpsbewoners riepen uit: wat een geluk heeft hij toch, zijn zoon hoefde niet naar de oorlog en heeft het overleefd. De boer bleef echter onverstoorbaar zijn schouders ophalen: het is niet goed, noch slecht, het is zoals het is. Ik geloof dat het verhaal nog eindeloos doorging, en dat pech en geluk elkaar afwisselden; wat we op het ene moment als pech zagen, bleek even later letterlijk alweer een geluk bij een ongeluk. Maar wat me vooral bijbleef, was dat het soms totaal niet te voorspellen valt hoe de afloop eruitziet. We kunnen een bepaald doel of resultaat voor ogen hebben, maar we kunnen nooit vantevoren weten of dat doel of resultaat goed uitpakt of een ramp wordt. In die zin kunnen we alleen ons best doen, en met de beste intenties te werk gaan.
En zelfs dan: beseffen we zelf altijd wel voldoende de aard van onze intenties? Wanneer we goed willen doen en wanneer we gewoonweg vooral met onze persoonlijke eigenbelangen bezig zijn? Tijdens meditatie en het observeren/waarnemen van mijn gedachten, woorden en handelingen in het dagelijks leven merk ik dat ze meestal doortrokken zijn van een mengeling van de twee, als het al niet om puur eigenbelang draait. Soms is dat subtiel aanwezig, soms minder subtiel. Zo werd ik deze Vierdaagseweek even goed geconfronteerd met mijn op eigenbelang gerichte intenties. Tijdens mijn studentenjaren hadden we elk jaar een aantal wandelaars in ons studentenhuis te gast die we een week lang verzorgden en vertroetelden. Erg gezellig bovendien. Dit jaar bedacht ik dat ik mijn (inmiddels) eengezinswoning wel ter beschikking kon stellen, om zo een zeer welkom zakcentje bij te verdienen. Maar in de aanloop naar deze feestelijke week merkte ik dat ik er steeds meer tegenop begon te zien. Het vereiste een aantal dagen flink poetsen, met de hulp van een vriendin zelfs, hoofdbrekens over het eten dat ik in huis zou halen, en ik voelde een steeds minder goed te onderdrukken weerzin tegen die vreemde indringers die mijn huis en mijn privacy zouden schenden.
Tijdens intern beraad onderzocht ik mijn motieven, en merkte dat zolang het doel een centje bijverdienen was, alles wat erbij kwam kijken, inclusief de wandelgasten zelf,  maar een vervelende bijzaak waren. En als ik hen nou eens centraal zou stellen? Als ik nu eens ging zorgen voor hun welzijn? Ik dacht na over hoe dat er dan uit zou kunnen zien... ze op de eerste dag met een vriendelijke, nieuwsgierige, open houding welkom heten, zorgen dat ze in een verzorgd, schoon huis zouden kunnen uitrusten, lekkere broodjes en beleg in huis halen,  en deze boodschappen met liefde en aandacht uitzoeken in de supermarkt, op de fiets naar Nijmegen om biologische vleeswaren  - niet verkrijgbaar in onze verder goed voorziene supermarkt - te halen... Kortom, ik zou ze eens goed gaan verwennen. En zowaar, ondanks de spanning van vreemde mensen in huis begon ik er zelfs plezier in te krijgen. En de kers op de taart was ’s avonds een onverwacht gesprek met een van de wandelaars, een Nederlandse, in Suriname geboren Hindoestaanse meneer, over spiritualiteit, meditatie, hindoeïsme, boeddhisme, de Veda’s, het volgen van een leraar of guru, gezonde voeding, vegetarisme versus vlees eten, biologisch eten en Tibetaanse geneeskunde. Een prachtig gesprek dat hier en daar zelfs een zeer persoonlijke, intieme wending nam. En dat was vast niet mogelijk geweest als ik alleen maar eurotekens in mijn ogen gehad zou hebben en mijn privacy had proberen af te schermen door me terug te trekken in een andere kamer.