Gisteren ben ik wezen schaatsen. Voor het eerst sinds
mijn jeugd op natuurijs. Het was een prachtige dag, en al mijn zintuigen, die
in de winter nogal eens last hebben van een binnenshuize winterslaap, werden
wakker. Een tintelende bries op mijn wangen, een warm winterzonnetje op mijn
gezicht, het geluid van krassende schaatsen, af en toe het gekraak van ijs.
Sneeuw en ijs in allerlei tinten wit, grijs en lichtblauw, en rietkragen en
kale bomen met een gouden glans van het zonlicht.
Na eerst wat voorzichtig en angstig gewankel en gewiebel
kreeg ik de slag te pakken, en al gauw had ik wat meer snelheid. Mijn slagen
werden langer, ik gleed over het ijs, en ik voelde mijn lichaam van top tot
teen. Mijn hoofd kwam langzaam tot rust en werd steeds leger van gedachten. En
wat is het dan genieten als je puurder en directer kunt waarnemen, alles gewoon
in je kunt opnemen zonder dat de conceptuele geest alles beoordeelt, in hokjes
plaatst, er commentaar oplevert... Gewoon schaatsen, in beweging, zijn... Puur
genieten!