Eigenaardig is het toch dat ik tijdens het mediteren geregeld
zo’n moeite heb geconcentreerd te blijven, terwijl ik daar als ik
computerspelletjes speel, of in een spannend boek verdiep ben, helemaal geen problemen mee heb. Uren gaan er
voorbij waarin ik zowel mezelf als het besef van tijd geheel verlies.
Joseph Goldstein beschrijft dit verschijnsel in zijn boek
“Vipassna”, in een hoofdstuk dat zeer toepasselijk Nintendo Dharma heet.
Volgens hem spelen bij de diverse activiteiten die we ondernemen verschillende
mentale factoren een rol. Bij het spelen van computerspelletjes zijn, als we
willen winnen of onszelf willen verbeteren, de mentale factoren onderscheidingsvermogen
en concentratie erg belangrijk, en dan met name een soort eenpuntige concentratie.
Onderscheidingsvermogen houdt in dat we verschijnselen herkennen door bepaalde
kenmerken ervan te isoleren en er een benaming aan te geven.
Bij mediteren komt daar
volgens Goldstein nog een mentale factor bij, namelijk opmerkzaamheid, ook wel aandacht
of mindfulness genoemd. En misschien raak ik daar ergens in de knoop, want tot
nu toe lijken in mijn ervaring concentratie en opmerkzaamheid elkaar uit te sluiten.
Voor mij heeft eenpuntige concentratie een zeer gerichte focus, waarbij je al het andere volledig uitsluit, en heeft mindfulness of aandachtsmeditatie meer te
maken met het geheel openstellen van je gewaarzijn voor alles wat er in en om
je heen gebeurt.
Een mooie illustratie van dit verschil in
concentratievermogen zag ik van de week in de London Late Night, de talkshow
van Mart Smeets, in het vraaggesprek dat hij had met Olympische sporters
Elisabeth Willeboordse en Robin Haasse.
Judoka Elisabeth Willeboordse
stapte na een van haar partijen van de mat, met een gefocuste, nietsziende
blik. Ze had niet door dat haar tegenstandster nog zeker een half uur op de mat
nodig had om van haar ijzeren wurggreep bij te komen. Zoals ze zelf zei, had ze
zich volledig van haar omgeving afgesloten, en was al weer bezig met haar
volgende partij.
Bij tennisser Robin Haasse
bleek het anders te werken. “Als ik echt
erg goed geconcentreerd ben, als ik ontzettend goed sta te spelen, dan heb ik
alles door. Dan hoor ik zelfs de punten op de andere baan. Alle zintuigen staan
open.” Wauw! In the flow zitten, noemen ze dat ook wel eens. Zou dit alleen met
opmerkzaamheid te maken hebben, of komen hier dan toch eenpuntige concentratie
en opmerkzaamheid samen?
In de uitzending van hetzelfde programma de avond daarop lieten
ze een mooi fragment van overconcentratie zien. In de handbalwedstrijd Noorwegen
tegen Korea moest de Noorse keepster een vrij worp stoppen. Op het beslissende
moment was ze zo geconcentreerd dat ze... náást het doel bleek te staan. Gelukkig
was de scheidsrechter zo opmerkzaam om de keepster erop te attenderen dat ze
toch beter ín het doel kon gaan staan.
Mocht iemand me ooit náást mijn kussentje aantreffen tijdens
het mediteren, laat me gewoon maar lekker zitten. Dan ben ik eenpuntige
concentratie aan het beoefenen in plaats van aandachtsmeditatie.
Hahahaha.
BeantwoordenVerwijderenPrachtig stuk Olga. Je raakt precies waar ik ook nog niet helemaal uit ben. En het lijkt me dat je het goed beschrijft. Alleen éénpuntigheid daarin ben je a.h.w. gekokerd en hebt verder niets meer in de gaten. Maar het kan misschien ook mogelijk zijn opmerkzaamheid daarbij te integreren al lijkt me dat toch een andere 'beweging'.
Nou lukt het me al niet eens om lang eenpuntig te zijn en als ik wat opmerk is die eenpuntigheid onmiddelijk verdwenen. Behalve zoals je al schreef wanneer ik verdiept ben in een boek of iets anders. Meditatie vraagt toch meer in eenpuntigheid omdat het 'saaier' lijkt te zijn als je de verwondering van ieder moment (nog) niet herkent.
Ik denk ook dat het hier niet gaat om iets bereiken, maar om de oefening. Die het mogelijk maakt in het dagelijks leven volkomen in het moment aanwezig te zijn in volle aandacht.
Blijf jij maar lekker naast het kussentje zitten. Maar krijg geen houten billen hoor.